Home   Lessen online Functies en Grafieken Onderwerpen  
kader_rand
Startpagina
Bravenet

Parameterkrommen op Internet
Logaritmische spiraal

PV-Menu


Inleiding
Een kromme waarvan de poolvergelijking gegeven wordt door
r = aeb, waarin r de afstand tot de oorsprong, de hoek met de positieve x-as en a en b willekeurige constanten noemen we een logaritmische spiraal. Zie figuur 1.

De logaritmische spiraal werd voor het eerst bestudeerd door Descartes in 1638. Jakob Bernoulli. was zo gefascineerd door de spiraal dat hij er een op zijn grafsteen liet graveren.

De parametervoorstelling van een logaritmische spiraal heeft de volgende vorm:

x(t) = rcos(t) = aebtcos(t)
y(t) = rsin(t) = aebtsin(t)
met a en b willekeurige constanten
K

De logaritmische spiraal heeft een aantal bijzondere eigenschappen die in het onderstaande voorbeeld naar voren komen. Ga het voorbeeld met het online programma na. Onderaan deze webpagina staan een aantal opgaven die je met dit programma kunt oplossen. Voordat je aan de slag gaat kun je, als je dat nog niet gedaan hebt,  desgewenst de volgende onderwerpen doornemen:

Let op! Bij "Parameterkrommen op Internet" moet je in afwijking van "Functies en Grafieken op Internet" voor de variabele (parameter) i.p.v. de letter x de letter t gebruiken. Dit omdat bij parameterkrommen de variabele vaak de tijd t is.


Voorbeeld
Een punt P doorloopt een logaritmische spiraal gegeven door de parametervoorstelling:

x(t) = e0.2tcos(t)
y(t) = e0.2tsin(t)
voor -4  t 4
K

Hierin zijn x en y in cm en is t in seconden.

  1. Plot m.b.v. onderstaand programma de spiraal. Welk kijkvenster heb je genomen om de hele baan in beeld te krijgen?

  2. Geef de poolvergelijking van de spiraal.

De lijn l gaat door de oorsprong met een richtingshoek van -1 rad en snijdt de spiraal in een achttal punten.

  1. Stel een parametervoorstelling van de lijn l op en plot de lijn samen met de spiraal.

  2. Bepaal m.b.v. het programma de coördinaten van de punten waar de lijn l de spiraal snijdt in twee decimalen nauwkeurig. Bepaal hierbij de waarden van de parameter t zoals die voor de spiraal gelden. Geef de resultaten weer in een tabel.

  3. Geef de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de kromme in die punten. Wat valt je op? Geldt dit voor elke lijn door de oorsprong?

  4. Onder welke hoek snijdt de lijn l de spiraal in de snijpunten.

  5. Geef de formule voor de snelheidsfunctie v(t)

  6. Geef de formule voor de lengte van de baan L(t) voor -4  t 4

We gaan dit voorbeeld oplossen m.b.v. onderstaand programma.Voer de gegevens handmatig of met een  klik op de  in.



Tekst en uitleg

  1. Om een geschikt kijkvenster te bepalen is het voldoende een paar keer t.o.v. de oorsprong uit te zoomen, net zo lang tot de hele kromme in beeld is. Neem als uitzoomfactor 2. Uitzoomen doe je door rechtsklikken op de oorsprong, of zo je wilt op een ander punt.

  2. Er geldt volgens de stelling van Pythagoras

    r2    = x2 + y2
     = e0.2tcos2(t) + e0.2tsin2(t)
     = e0.2t(cos2(t) + sin2(t))
     = e0.2t( 1 )
     = e0.2t

    Daaruit volgt: r = e0.2t = e0.1t. Voor de hoek met de positieve x-as geldt = t.
    De poolvergelijking van de spiraal is dus re0.1.

  3. De lijn l gaat door de oorsprong met een richtingshoek van -1 rad. De richtingscoëfficiënt van de lijn l is tan(-1). De vergelijking van de lijn l is dan y = x tan(-1). Stel nu x = t dan wordt y = t tan(-1). Dus de parametervoorstelling van l wordt dus:

    x(t) =  t
    y(t) = t tan(-1)
    l:

    Voer deze gegevens in het programma voor de kromme K-2 handmatig of met een klik op de  in.

  4. De lijn l snijdt de kromme in punten P waarvan de lijn OP een richtingshoek met de positieve x-as van = -1 + k rad maakt, waarbij k een geheel getal is. Voer voor de parameter t de waarde -1 en voor de stapgrootte st de waarde (computernotatie pi) in. Varieer de waarde van t stapsgewijs voor de spiraal (kromme K-1). Vink de x(t)-haarlijn, de y(t)-haarlijn en de radius (is de lijn OP) aan om het snijpunt te markeren. In onderstaande tabel zie je de resultaten per kwadrant.

     K-1 Vierde Kwadrant Tweede Kwadrant
    t sec  -1+4 -1+2 -1 -1-2 -1+3 -1+ -1- -1-3
    x(t) 5.46 1.55 0.44 0.13 -2.91 -0.83 -0.24 -0.07
    y(t) -8.51 -2.42 -0.69 -0.20 4.54  1.29 0.37 0.10

       
  5. Voer voor de parameter t de waarde -1 en voor de stapgrootte st de waarde (computernotatie pi) in. Varieer de waarde van t stapsgewijs voor de spiraal (kromme K-1). Vink de raaklijn, de  x(t)-haarlijn, de  y(t)-haarlijn en de radius (is de lijn OP) aan om het snijpunt te markeren en de raaklijn te plotten. In alle gevallen blijkt de raaklijn dezelfde helling te hebben. De helling = 0.391781. Dit blijkt voor elke lijn door de oorsprong te gelden.  Dit is een bijzondere eigenschap van de logaritmische spiraal. Om dit theoretisch aan te tonen hoeven we alleen maar te bewijzen dat een periodieke functie van t is met periode . In het algemeen geldt voor de parametervoorstelling van een logaritmische spiraal :

    x(t) = rcos(t) = aebtcos(t)
    y(t) = rsin(t) = aebtsin(t)
    met a en b willekeurige constanten
      K:

    x'(t) = abebtcos(t) - aebtsin(t) = aebt(bcos(t) - sin(t))
    en
    y
    '(t) = abebtsin(t) + aebtcos(t) = aebt(bsin(t) + cos(t))

    Zie hiervoor de regels voor het differentiëren van samengestelde functies. Verder geldt voor de richtingscoëfficiënt van de raaklijn in een punt van de spiraal:

    = =   =
    De functie tan(t) is periodiek met periode en dus is ook periodiek met periode .
    Hetgeen te bewijzen viel!

  6. De richtingscoëfficiënt van de raaklijn is  = 0.391781 = tan(). Waarin de richtingshoek van de raaklijn is. Daaruit volgt = arctan(0.391781) = 21.39°. De richtingshoek van de lijn l is -1 rad = -57.30°.
    De hoek waaronder de lijn l de spiraal snijdt is dus 21.39° +  57.30° = 78.69°.
          

  7. De snelheid op tijdstip t in een punt A van de spiraal kan volgens de stelling van Pythagoras berekend worden met de formule v(tA) = [{x'(tA)}2 + {x'(tA)}2]. We weten uit onderdeel e. dat voor a = 1 en b = 0.2 dat

    x'(t) = 0.2e0.2tcos(t) - e0.2tsin(t) = e0.2t(0.2cos(t) - sin(t))
    en
    y
    '(t) = 0.2e0.2tsin(t) + e0.2tcos(t) = e0.2t(0.2sin(t) + cos(t))

    Daaruit volgt:

    v(t)  =  [ e0.4t{0.2cos(t) - sin(t)}2 + e0.4t{0.2sin(t) + cos(t)}2 ]
     = e0.2t[{0.2cos(t) - sin(t)}2 + {0.2sin(t) + cos(t)}2 ]
      Haakjes wegwerken, gelijksoortige termen optellen en sin2(t) + cos2(t)= 1 geeft
     = e0.2t 1.04

     

  8. Voor de lengte van de baan geldt:

      L =v(tA) dt = e0.2t 1.04 dt = 51.04 (e0.2t - e-0.8)


Opgaven

  1. Een punt P doorloopt een logaritmische spiraal K met parametervoorstelling:

    x(t) = e0.1tcos(t)
    y
    (t) = e0.1tsin(t)
    voor 0  t 8
    K

    Hierin zijn x en y in cm en is t in seconden.

    1. Plot de baan in een geschikt kijkvenster.

    2. Bepaal de snelheidsfunctie v(t)

    3. Geef de formule voor de lengte van de baan L(t) voor 0  t 8

    4. Bepaal op welk tijdstip t de lengte van de baan 10 cm is.
                  

  2. De baan van een punt P is gegeven door de parametervoorstelling

    x(t) = 2tcos(t)
    y
    (t) = 2tsin(t)
    voor 0  t 2
    K

    Hierin zijn x en y in cm en is t in seconden.

    1. Plot de baan in een geschikt kijkvenster.

    2. De baan snijdt de negatieve y-as in het punt A.
      Bepaal in twee decimalen de snelheid in A.

    3. Bereken in twee decimalen de lengte L van de baan.


Omhoog

Wiskunde online ----- is speciaal ontworpen voor:
Microsoft  Internet Explorer 5.5 of hoger
Beeldschermresolutie minimaal 800×600
JavaScript-Interpretatie ingeschakeld!
Bijgewerkt: